En toen was er Bakeliet
Het was 1907 toen Leo Henricus Arthur Baekeland (Gent,14-11-1863) zijn patent op het 'Heat and Pressure' procedé ontving. Hiermee legde hij de basis voor bakeliet, door het kunnen bewerken van Fenol Formaldehyde tot een hard, hittebestendig kunstof dat ook nog eens uitstekende isolatie-eigenschappen bezat. Een thermoharder; eenmaal uitgehard zal deze niet meer kunnen smelten. Beakeland had zich in de VS gevestigd en deed ook daar zijn grote ontdekking. Al gauw werd zijn uitvinding verhaspeld met zijn naam en omgedoopt tot 'Bakelite', bakeliet in Nederland.
Leo Baekeland wordt wel eens aangeduid als de uitvinder van het eerste plastic. Dit is niet geheel juist. Hij was vooral de uitvinder van de methode om het in een beheerst en betaalbaar procedé bewerkbaar te maken. Dat leidde tot een bijna onbegrensde wereld van vormen die tot dan toe onmogelijk waren. Replica's van dure objecten die voor de gewone burger onbereikbaar waren konden nu voor een fractie van de prijs van het origineel worden (na-)gemaakt in bakeliet.
Toch was het juist de burgerij die in de eerste instantie nogal kritisch tegenover het 'plastic' stond. Desondanks heeft het in rap tempo aan populariteit gewonnen. Er zijn letterlijk enorme hoeveelheden bakeliet, in een evenzo grote verscheidenheid geproduceerd, van bestek tot sierraden, tot radiokasten en vliegtuigonderdelen. Het materiaal van 1000 toepassingen, zoals Beakeland het zelf graag noemde, was een
droom die werkelijkheid was geworden. Bakeliet was geboren!